Algemene info over de stad
De stad Zwolle in beeld en in tekst!
Brede informatie over de website!
Wilt u een foto bestellen?
Links naar interessante websites!
Naar Historie
Vaandel van de Afdeling Zwolle van de SDAP ...
(Foto: HCO)
Voor de sociaal-democraten in ons land kan Zwolle gezien worden als de geboortestad van de huidige Partij van de Arbeid. Op 26 augustus 1894 werd in 't lokaal Atlas aan de Ossemarkt 9 door 12 initiatiefnemers de SDAP opgericht.
Affiche t.g.v. het 40-jarig bestaan van de SDAP ...
(Foto: HCO)
De Twaalf Apostelen, zoals deze mannen genoemd werden, waren:
Levie Cohen (30), winkelier uit Zwolle;
Jan Fortuyn (39), boekverkoper uit Amsterdam;
Adriaan Gerhard (36), onderwijzer uit Amsterdam;
Frank van der Goes (35), journalist uit Amsterdam;
Willem Helsdingen (44), tapijtwever uit Rotterdam;
Henri van Kol (42), ingenieur, rijk geworden in Nederlands-Indië, woonachtig in België;
Henri Polak (26), diamantbewerker uit Amsterdam;
Jan Schaper (26), huizenschilder uit Groningen;
Hendrik Spiekman (20), typograaf uit Sappemeer;
Pieter Jelles Troelstra (34), advocaat uit Friesland, wonend in Utrecht;
Helmig van der Vegt (30), onderwijzer uit Zwolle en
Willem Vliegen (32), typograaf uit Maastricht.
Zij waren toendertijd de twaalf oud-SDB-ers die uit onvrede een nieuwe partij, de SDAP, oprichtten.
Het bestuur van de SDB, een revolutionair socialistische bond, van de predikant Ferdinand Domela Nieuwenhuis, die als een van de oprichters van de socialistische beweging in ons land wordt gezien, begon neigingen te vertonen, die de denkbeelden van het anarchisme benaderden. Er werd volgens de twaalf gestreefd naar een situatie c.q. samenleving waarin mensen zonder een hogere macht of autoriteit leven.
De druppel die de emmer deed overstromen was de motie naar aanleiding van de slechte behandeling van hen door Domela Nieuwenhuis in de Tweede Kamer. In deze motie werd ook gesteld nooit meer met de verkiezingen mee te doen. Dit was tegen het zere been van een groot aantal SDB-ers. De mensen wilden dit middel in de revolutionaire strijd niet kwijt en besloten een nieuwe beweging op te richten.
Zwollenaar Helmig Jan van der Vegt, een van de twaalf apostelen ...
(Foto: Wikipedia)
Ook onze stadgenoot Helmig Jan van der Vegt, geboren op 5 januari 1864, overleden op 26 augustus 1944, was een van hen. Deze zoon van timmerman Klaas Johannes van der Vegt en Aaltje Wiekmeijer, was onderwijzer in zijn geboorteplaats en kwam op jonge leeftijd al in aanraking met het socialisme van Domela Nieuwenhuis.
Hij was ook degene, die in Zwolle een afdeling van de SDP, de Sociaal Democratische Bond, opzette. Samen met plaatsgenoot Louis Cohen was hij redacteur van de Volksvriend. Beide behoorden tot de roemruchte Twaalf Apostelen. Helmich Jan van der Vegt is ter aarde besteld op Begraafplaats Kranenburg.
Midden 1920 is door de Zwolse afdeling van de SDAP een Naamloze Vennootschap opgericht, de N.V. tot Exploitatie van Vereenigingsgebouwen genaamd. Doel van de oprichting van deze N.V. was het realiseren van een eigen verenigingsgebouw. In de volksmond was deze vereniging beter bekend als de N.V. Palvu. Voorzitter J. Vogt van de toenmalige SDAP had deze naam ontleent aan de strijdleuze; "Proletariërs Aller Landen Verenigt U".
Het duurde niet lang voordat het ook daadwerkelijk zo was. Op 8 september 1920 werd voor een bedrag van f. 36.000,-- twee herenhuizen en een tuinhuis van de koopman J. Worst overgenomen. De panden waren gelegen aan de Eekwal 29. Voor de aankoop van de panden zijn indertijd aandelen uitgegeven. Ook kende de Zwolse afdeling van de SDAP zegelkaarten, die een bijdrage moesten gaan leveren voor de aankoop. Met zegels van tien cent kreeg de koper, indien een kaart vol was, een stortingsbewijs voor een aandeel. Had men 25 aandelen bij elkaar gespaard, dan kreeg men een stem in de N.V. Palvu.
Op 26 maart 1921 was het eindelijk zover. Na een aantal interne verbouwingen, was het de voorzitter van de afdeling Zwolle van de SDAP, de heer J. Vogt, die gebouw PALVU officieel opende.
Cursus in het Makkershuis van de SDAP, PALVU aan de Eekwal ...
(Foto: HCO)
Jarenlang zijn in het gebouw PALVU, cursussen, vergaderingen en bijeenkomsten van de partij gehouden. Daarnaast waren de Stem des Volks en de Muziekvereniging Voorwaarts vaste huurders van de ruimtes in het gebouw. Ook de AJC (Arbeiders Jeugd Centrale) kende hier zijn basis.
Nadat de gemeente Zwolle het gebouw in de Tweede Wereldoorlog had gebruikt als distributiekantoor, kwam het, eigenlijk behoorlijk uitgewoond, na de oorlog weer terug handen van de SDAP. Om het pand weer in goede staat terug te brengen, werd door de SDAP-ers voor de tweede keer in hun nog jonge geschiedenis zegelkaarten uitgegeven om de kosten te kunnen betalen.
Het gebouw van de NV PALVU in 2018.
Het ongenummerde pand zal in de aankomende jaren het loodje leggen voor de nieuw te bouwen stadsvilla's ...
Het bestuur van de SDAP besloot in die periode enkele kamers te verhuren aan de NS. Ondanks deze extra inkomsten, bleek de exploitatie niet rendabel meer en moest in 1960 toch de knoop worden doorgehakt en werd het pand verkocht aan de heer Bonhof. De heer Bonhof wilde het gebouw ombouwen tot een bar-dancing, maar de plannen hiervoor werden door de gemeente afgekeurd. Na deze afkeuring is nog een aantal jaren de N.V. Confectiefabriek Groningen in het gebouw gevestigd geweest.
De N.V. PALVU heeft, zonder eigen gebouw, nog enige tijd bestaan. Echter in een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 14 november 1972 werd besloten de N.V. PALVU te liquideren.
De SDAP streed in zijn tijd voor het algemeen kiesrecht en de sociale wetten, zoals bijvoorbeeld het staatspensioen. Met de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 wist de SDAP dan ook een grote zetelwinst te behalen. Dit betekende de doorbraak van de partij.
Op 9 februari 1946, net na de oorlog is de SDAP, samen met de VDB (Vrijzinnig Democratische Bond, een links-liberale partij) en de CDU (Christelijk Democratische Unie, een protestants-schristelijke en antimilitaristische partij), opgegaan in de huidige Partij van de Arbeid.
Ondanks dat het gebouw van de voormalige N.V. PALVU aan de Eekwal, in de loop der jaren, binnen het beschermd stadsgezicht, het stempel "gemeentelijk monument" heeft gekregen, was slopen van het gebouw eigenlijk niet meer aan de orde. Echter in 2018, heeft de monumentencommissie toestemming gegeven dat de huidige bebouwing wel mag worden gesloopt. Dit heeft tot gevolg, dat In de aankomende tijd op de plek van het oude PALVU-gebouw aan de Eekwal, luxe stadsvilla's zullen verrijzen. Weer zal er een stukje Zwolse historie aan de commercie ten ondergaan.
Het leven gaat door en stopt niet als er iets gesloopt wordt. Zo blijft de gevelsteen aan de Ossemarkt 9, met zijn vele bijzondere en mooie herinneringen, behouden. Soms ondersteunt door wat extra aandacht op een belangrijke dag in het jaar, voor hem of voor haar.
Minister Bert Koenders plaatst zijn bloemen bij het graf van Gerardus Horreüs de Haas op 1 mei 2008 ...
In dit geval wordt ieder jaar weer op 1 mei, de Dag van de Arbeid, Begraafplaats Kranenburg bezocht door een afvaardiging van de Partij van de Arbeid, afdeling Zwolle. Bij dit bezoek wordt bij twee graven stil gestaan, waaronder het graf van de Zwolse Apostel Helmich Jan van der Vegt. Evenals bij het graf van de socialistisch vrijzinnig hervormd predikant, Gerardus Horreüs de Haas, worden dan bloemen gelegd en door enkele mensen het woord gevoerd.
Wethouder van de gemeente Zwolle, Gerrit Piek, plaatst zijn bloemen op het graf van Helmig Jan van der Vegt op 1 mei 2008 ...
Al jarenlang zijn bekende politici uit de landelijke PvdA, als ook leden uit de provinciale PvdA en uit de afdeling Zwolle, uitgenodigd om bij de bloemenlegging aanwezig te zijn. Job Cohen, Bert Koenders, Ronald Plasterk, Diederik Samson, Hans Spekman, etc, allen hebben zij, in de loop der jaren, op 1 mei, Begraafplaats Kranenburg als gastspreker bezocht en hun bloemen op de genoemde graven gelegd.
In het pand aan de Ossemarkt 9, waar de oprichting van de SDAP heeft plaatsgevonden, staat de in 1984 door de toenmalige partijvoorzitter van de landelijke Partij van de Arbeid, Max van den Berg, onthulde gevelsteen, nog steeds te glimmen in de voorgevel van het pand.
Bron:
Wikipedia
Rijksuniversiteit Groningen
Twaalf Apostelen - BNN/VARA
Foto's van de bloemenlegging bij de graven van Helmig Jan van der Vegt en Gerardus Horreüs de Haas op de Dag van de Arbeid,1 mei 2008.
Naar Historie
Op weg naar het afvalstation van de Retham (1987) (Foto: Jan Dul)
En nu ... zijn er nog maar een paar herinneringen! Het einde naderd. Op 21 juli 2015 is men begonnen aan het verwijderen van een van de laatste restanten die nog zichtbaar waren van de goederenspoorlijn Katwolde. Van deze goederenspoorlijn is in 2013 en de jaren daarvoor al het overgrote deel verwijderd, maar op de kruising Blaloweg-Rieteweg lag nog altijd zo'n vijfentwintig meter spoorrails. Rails van een spoorlijn die een enorme push heeft gegeven in de ontwikkeling van industrieterrein De Grote Voort.
Foto uit 1964 van het net aangelegde Katwolder goederenspoor, de aftakking van de Kamperlijn. (Foto R. Ankersmit)
In 1963 is men begonnen met de aanleg van deze spoorlijn, een aftakking van de Kamperlijn. Mede doordat de gemeente Zwolle aan de westzijde van de stad dit industrieterrein, anno 2015 Industrieterrein Voorst geheten, had gepland, moest ter ondersteuning van deze lokatie de infrastructuur worden aangepast c.q. verbeterd worden. Naast de goederenspoorlijn was daarbij ook het Zwolle-IJsselkanaal een zeer welkome en belangrijke uitbreiding voor het gebied.
In eerste instantie was de planning de goederenspoorlijn tot aan de Katwolderhaven, gelegen aan het Zwolle-IJsselkanaal, aan te leggen. Deze gedachtengang was echter van korte duur. Steeds meer bedrijven ontwikkelden interesse voor de spoorlijn, om de aan- en uitvoer van hun goederen te bevorderen. Na enkele jaren werd de lijn dan ook doorgetrokken naar de in 1965 geopende assemblagefabriek van de Zweedse vrachtwagenproducent Scania Vabis.
Eind jaren zestig werd het laatste deel van de goederenspoorlijn, vanaf Scania, over de Blaloweg, verlengd naar het huisvuilstortstation van de Retham, later ROVA geheten. Van hieruit werd het Zwolse huisvuil per trein naar de VAM in Wijster getransporteerd. Al met al heeft dit huisvuilvervoer tot 2006 plaatsgevonden. In dat jaar verhuisde de ROVA naar het nieuw aangelegde industrieterrein aan de noordzijde van de stad, de Hessenpoort.
De NS 617 in 1985 bij het afvalstation van de Retham.(Foto: L.J. Beumer)
Cement aanvoer bij Kamphuis Bouwmaterialen in het jaar 2006. (Foto Kasper Haar)
Door de bouw van het overslagstation aan de Katwolderhaven inclusief een aftakking van en naar de hoofdspoorlijn, kwamen er meer en meer nieuwe klanten voor de spoorlijn in beeld. Met de 160-tons brugkraan, die zich in het overslagstation bevond, werden nu zware scheepsmotoren en transformatoren per spoor aangevoerd en verscheept. SWD, Stork Werkspoor Diesel, was hiervoor verantwoordelijk.
Aftakking naar het overslagstation in de Katwolderhaven (Foto Rudie Liebrand - railgoed.nl)
Overslagstation Katwolderhaven (Foto Rudie Liebrand - railgoed.nl)
In 1989 kwam SWD in handen van het Finse Wärtsila. Na een aantal jaren goed te hebben geproduceerd, ontstond rond 2010 enige terugloop in deze productie. Mede door een stagnerende economie, kwamen er minder motoren door de fabriekspoorten. Naar aanleiding hiervan zag Wärtsila zich in die periode genoodzaakt 100 banen binnen de Zwolse lokatie op te heffen. De inleiding van verval van een schitterend bedrijf. In 2011 leidde een en ander dan ook tot de beeindiging van de productie van motoren in het Zwolse. De Katwolderhaven en de goederenspoorlijn hadden weer een belangrijke klant minder.
De onderstellen werden verwijderd.
Het restant van de treinen werden vervoerd naar de sloop. (Foto Rudie Liebrand - railgoed.nl)
Foto: Rein Maneschijn
In een eerder stadium, rond 2006 werden namelijk bij de sloop van de ROVA-lokatie ook al de daar aangelegde spoorlijn en overweg t.b.v. het huisvuilvervoer verwijderd. Het was het begin van het einde, mede gezien de afbraak, een drietal jaren later, van de spoorlijn vanaf Scania Vabis tot aan de Katwolderhaven. Goederenvervoer vond er rond die tijd al niet meer plaats. Af en toe werden er nog te slopen treinstellen met de goederenlijn naar de Katwolderhaven getransporteerd, om deze verder te verschepen naar de sloopbedrijven. Dat was het dan ook.
Nostalgie ten top - september 1994 (Foto: Rein van Putten)
B&W van Zwolle hadden in de gemeenteraadsvergadering van begin september 2009 al besloten de spoorlijn op te heffen. De toekomstige vertramming van het Kamperlijntje was hiervoor een van de belangrijkste redenen. Ondanks een aantal bezwaren van aangrenzende ondernemers, die nog altijd brood zagen in de goederenspoorlijn, werd in 2013 door ProRail de opdracht gegeven het laatste deel van de goederenspoorlijn te verwijderen.
Verwijdering spoorlijn in 2013 (Foto: Kasper Haar)
Verwijdering rails op het kruispunt Blaloweg/Rieteweg in 2015 ...
Zoals gezegd, werd op 21 juli 2015 het begin gemaakt aan de verwijdering van het laatste deel van de basis van de goederenspoorlijn Katwolde, de rails in de overgang Blaloweg, ter hoogte van Abbott. De enige nu nog zichtbare herinneringen zijn het laadperron bij de firma BUKO aan de Rieteweg, de wissel in het Kamperlijntje met de aftakking naar het industrieterrein. Daarnaast is er nog een deel, van de in een later stadium aangelegde aftakking van het goederenspoor, op de kade van de Katwolderhaven te bewonderen en zijn er nog een tweetal sporen op de parkeerplaats van Scania.
Bij de vernieuwing van het parkeerterrein bij de Gamma aan de Rieteweg, zijn eind augustus 2015 ook nog een groot aantal meters rails van de Katwolder goederenspoor opgegraven. Deze rails waren de restanten van de aftakking van het spoor naar de firma Kamphuis Bouwmaterialen.
De spoorrails tbv Kamphuis Bouwmaterialen die aan de oppervlakte kwamen bij de
vernieuwing van het parkeerterrein van de Gamma in 2015 ...
Voor meer foto's kunt u terecht onder de vijf onderstaande items.
Katwolder goederenspoor Toen de rails er nog lagen ... |
Katwolder goederenspoor Kruispunt voor de verwijdering van de rails ... |
Katwolder goederenspoor Verwijdering rails ... |
Katwolder goederenspoor De laatste nog zichtbare |
|||
Katwolder goederenspoor Asfaltering kruispunt Blaloweg/Rieteweg ... |
Naar Historie
Het Vrouwenhuis aan de Melkmarkt in 2014 ...
Ooit zagen de oude bejaarde vrouwen en juffers, vanuit hun riante onderkomen, het water van de Grote Aa, voor hun huis, de binnenstad van Zwolle instromen. Schepen beladen met goederen kwamen hier de stad binnen en voeren hun huis voorbij. Het bedrijvige leven aan de kade en op het water moet een uniek beeld zijn geweest voor deze oude dames.
Achterzijde van Het Vrouwenhuis, gezien vanaf de Peperbus ...
In het hedendaagse Zwolle waant menig bezoeker van het Vrouwenhuis aan de Melkmarkt zich zelf in deze tijd. In het tegenwoordige museum krijgt men het gevoel dat de tijd heeft stilgestaan. Zeker bij een rondleiding, waarbij een acteur de rol van directeur Willem Steven van der Gronden en een viertal actrices, de rollen van de stichtster van Het Vrouwenhuis, Aleida Greve, de dienstbode Sophia Jans en de bewoonsters Sientje Jansen en Toontje van der Molen op zich nemen. Sientje Jansen kon niet van de drank afblijven is door directeur Willem Steven van der Gronden, vanwege haar drankprobleem, uit het huis gezet.
Sientje Jansen, in dronkeman's bui, wordt door de dienstbode, Sophia Jans, naar binnen gewerkt ...
Directeur Willem Steven van de Gronden zorgde persoonlijk voor de
uithuiszetting van Sientje Jansen. Haar drankzucht was niet meer acceptabel ...
Een heerlijk nostaligisch verlangen naar de tijd waarvan de meesten van ons het grootste deel niet hebben meegemaakt komt al snel bovendrijven bij het binnentreden van het schitterende patriciershuis. De interieurs uit drie eeuwen Vrouwenhuis geven de bezoekers een indrukwekkend kijkje in de historie van dit prachtige huis.
De geschiedenis van de stad Zwolle kan zich anno 2014 niet alleen verheugen op veel interesse vanuit de Zwolse bevolking, maar ook van grote belangstelling uit andere oorden dan het Zwolse. Naast de rondleidingen op afspraak zijn de bij regelmaat georganiseerde rondleidingen in Het Vrouwenhuis dan ook meestal snel volgeboekt.
Hoewel er de laatste jaren geluiden te horen zijn, rond het herstellen van de watergang van de Grote Aa door de binnenstad, ligt voor het Vrouwenhuis tot nu toe nog steeds een gedempte gracht met een breed stenen plaveisel. Met een grote mate van waarschijnlijkheid, zal dit beeld voorlopig nog wel in tact blijven!
Het tegenwoordige Vrouwenhuis aan de Melkmarkt, op de hoek met de Korte Kamperstraat, is in 1706 door de gezusters Greve gekocht van de toenmalige burgemeester van Zwolle, Pieter Soury en zijn ega, de schilderes, Aleijda Wolfsen. Generaties lang heeft de familie van Aleida Greve het deftige burgerhuis in bezit gehad.
Aleida Greve kijkt uit over de Melkmarkt, richting Rodetorenplein ...
Mejuffrouw Aleida Greve, geboren op 21 april 1670, was een van de rijkste, zoniet de rijkste vrouw van Zwolle. Tot haar dood in februari 1742 heeft zij met haar zus en ongehuwde tante, de riante woning aan de Melkmarkt bewoond.
Aleida Greve maakte deel uit van een gezin van acht personen. Vader Geurt Greve en moeder Lamberta Holt waren de ouders van twee jongens en vier meisjes, waarvan Aleida de op een na oudste was. Lamberta Holt had uit haar vorige huwelijk met Herman van Marle al een dochter. De dames Greve bleven allen ongehuwd.
Vader Geurt Greve kreeg, door zijn huwelijk in 1665 met de weduwe van bierbrouwer Herman van Marle, bierbrouwerij De Gouden Kroon aan de Voorstraat in handen. Een brouwerij waar de meeste vaten bier van Zwolle werden geproduceerd. Ook bekleedde Geurt Greve meerdere bestuurlijke functies. Hij was naast brouwer, convooimeester, burgerhopman en kerkmeester.
Toontje van der Molen, een van de laatste bewoonsters van Het Vrouwenhuis ...
Aleida is de oudste van de zes kinderen geworden. Haar twee broers waren al jong overleden. Zij was degene die in haar testament aangaf dat het imposante patriciërshuis na haar dood verbouwd moest worden tot Vrouwenhuis ofwel een huis voor een rustige levensavond voor oude arme bejaarde weduwen en vrijsters van hervormde huize. En zo geschiedde. Het huis werd het onderkomen voor veertien bejaarde vrouwen, die onder toezicht van een lid van het bestuur hier hun laatste jaren sleten. Naast gratis wonen, hadden de vrouwen hun eigen kamer, gratis licht en vuur, gratis geneeskundige hulp en een maandelijkse toelage.
Na het overlijden van Aleida Greve in 1742 werden drie notabelen aangesteld die het huis in stand moesten houden. Als bewindvoerder werd gemeensman (raadslid?) dr Golts aangewezen. Eigenlijk zijn in 1742 al de eerste stappen gezet van de hedendaagse Stichting Het Vrouwenhuis.
Sophia Jans, de dienstbode van Aleida Greve en de eerste bewoonster van Het Vrouwenhuis ...
Sophia Jans, de vele jaren dienende bode van Aleida Greve, was in 1742 de eerste bewoonster van het Vrouwenhuis. Zij heeft na de dood van haar werkgeefster nog zeven jaar kunnen genieten van een rustig leventje in het haar door en door bekende huis.
Anno 2014 is het dertig jaar geleden, 1984, dat de laatste bewoonster van het (Oude) Vrouwenhuis is vertrokken. Tot die tijd is het huis als hofje bewoond geweest. Op de begane grond heeft de stichting alles gelaten zoals het voor 1984 was, maar de verdiepingen zijn omgebouwd tot studentenwoningen. Sinds 1987 is de benedenverdieping, na een grondige restauratie, voor het grote publiek beschikbaar.
Gevelsteen op de voorgevel van het huis aan de Melkmarkt ...
"Het eeuwige gaat boven het vergankelijke" ...
Het historische pand reikt vanaf de Melkmarkt tot aan de Voorstraat. Op de voorgevel van het huis aan de Melkmarkt bevindt zich een prachtige gevelsteen met info over Het Vrouwenhuis. Tevens is in het houtwerk boven de deur de spreuk "Praestant Aeterna Caducis" gesneden, ofwel "Het eeuwige gaat boven het vergankelijke".
De begane grond gaat, zoals u uit het bovenstaande allicht kunt lezen, tegenwoordig als museum zijn toekomst tegemoet. Zo leefden de vrouwelijke bewoonsters van het huis door de eeuwen heen, is het uitgangspunt van het museum. In het Vrouwenhuis is een voor Nederland unieke collectie schilderijen samengebracht van de vrouwelijke bewoonsters van het huis of familieleden van hen. Zo vormden Aleida Wolfsen, Aleida Greve, haar halfzus Cornelia van Marle en Sophia Holt, als begenadigde schilderessen, een schilderclubje. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat van hen enige schilderijen in het museum worden getoond.
Aleida Greve, een begenadigd schilderes ...
Op bepaalde dagen kunnen groepen op afspraak in het Vrouwenhuis voor een rondleiding terecht. Raadpleeg hiervoor de Website van de Stichting Het Vrouwenhuis.
Geraadpleegde bronnen:
Wikipedia;
Website Het Vrouwenhuis;
Geïllustreerde gids voor Zwolle en omstreken;
Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland;
Uit Zwolle's verleden (J. Geesink).
Voor meer foto's kunt u terecht onder de drie onderstaande items.
Het Vrouwenhuis Theaterrondleiding met acteur/actrices ... |
Het Vrouwenhuis Het Vrouwenhuis ... |
Naar Historie
Stadspomp naast de Hoofdwacht op de Melkmarkt ...
De eerste stads-/dorpspompen kennen we uit de 17e eeuw. Ze waren bedoeld voor gemeenschappelijk gebruik en waren vaak ontmoetingsplaatsen voor de bewoners. Veel van de pompen, waarvan de bouw in de 18e eeuw goed op gang kwam, waren voorzien van fraai in barok- of rococostijl uitgevoerde versieringen. Het water dat werd opgepompt was in het begin voornamelijk ondiep grondwater. In de 19e eeuw ging men steeds meer over naar het plaatsen van gietijzeren pompen.
Beide soorten stads-/dorpspompen hebben het loodje gelegd en werden in veel gevallen voor de gemeenschappelijke watervoorziening afgesloten. De oorzaak lag in het feit, dat eind 19e eeuw in veel stedelijke gebieden het waterleidingsysteem werd aangelegd. Veel pompen zijn toendertijd aan de sloophamer ten onder gegaan. Uiteindelijk werden de overgebleven stads-/dorpspompen opgenomen als historische blikvanger in stads- en dorpswandelingen ontworpen voor de graag geziene toerist.
Steeds meer steden en dorpen zagen de waarde van de oude stads-/dorpspompen en plaatsten replica's op de lokaties waar ooit de gemeenschap het water haalde of het wasje deed.
Ondanks dat er al een redelijk aantal pompen in de loop der jaren zijn verdwenen, kent onze stad anno 2014 nog steeds een vijftal originele stadspompen. De lokaties zijn door de eeuwen heen gewijzigd, de pompen werken niet meer, maar wij hebben ze nog!
Stadspomp in de Luttekestraat rond 1920 ...
(Bron: HCO - PBKR2059 - NL-ZIHCO 1214)
Kinderen en hyisvrouwen bij de Stadspomp aan de Luttekestraat ...
(Bron_ HCO - FD021720 1214 FD)
De meest in het oog springende is de pomp naast de Hoofdwacht op de Grote Markt. Deze uit 1755 hardstenen in rococostijl gebouwde stadspomp, heeft vroegere jaren in de Luttekestraat zijn diensten bewezen. De pomp kent twee bronzen uitlaten in de vorm van een dierenkop. Ook is de pomp voorzien van twee metalen zwengels. Om welke reden dan ook is deze pomp in 1960 naast de Hoofdwacht geplaatst.
Stadspomp op de Blijmarkt ...
De tweede pomp staat op de Blijmarkt, tegen de Lutherse Kerk en links naast De Fundatie. De derde pomp staat naast Het Refter in de Sassenstraat. Waar deze laatste twee pompen eerder hebben gestaan is mij helaas niet bekend. Het staat mij vaag bij, dat de stadspomp van de Blijmarkt ooit, wel aan de Blijmarkt, maar dan aan de rechterzijde van De Fundatie heeft gestaan. Ongeveer tegenover de Praubstraat. Wie het weet mag het zeggen!
Stadspomp aan de Sassenstraat tegen Het Refter ...
De laatste twee pompen staan in de prachtige tuin van het Stedelijk Museum aan de Melkmarkt. Een van deze pompen stond in vroegere tijden bij de brug aan de Vechtstraat.
Begin december 2014 zijn de stadspompen, met uitzondering van de pompen in de museumtuin, van hun plek gehaald en voor renovatie door de firma Slotboom Steenhouwers meegenomen naar Winterswijk. Het was de bedoeling dat de stadspomp aan de Sassenstraat ter plaatse zou worden gerenoveerd, maar de kwaliteit van deze pomp liet het achteraf niet toe. Hierdoor heeft ook deze pomp de reis naar Winterswijk moeten aanvaarden.
Medewerkers van Slotboom Steenhouwers demonteren de stadspomp op de Blijmarkt ...
De renovatiewerkzaamheden bestaan uit onderhoud aan het natuursteen. De scheurtjes in de steen worden dichtgemaakt, zodat de pompen weer weersbestendig zijn. Begin 2015 zullen de pompen, alle drie een rijksmonument, weer worden teruggeplaatst.
Stadspomp Blijmarkt gedemonteerd en op weg voor renovatie ...
Meer foto's
Naar Historie
Lopend op de Menno van Coehoornsingel, richting Stadstheater De Spiegel, dwaalden mijn gedachten even af naar de geschiedenis achter Librije's Hotel.
Terwijl de gasten van een overheerlijk diner genieten, van reebok tot Gieters lam en tamme boerenduif, begeleid door een bijpassende wijn en afgerond met een KUS van Thérèse, gingen mijn gedachten uit naar mijn kinderjaren. De tijd dat nog niemand van de Librije als restaurant of hotel had gehoord. De tijd dat naast het sinistere en mysterieuze gebouw van het voormalige Huis van Bewaring de gemeentelijke gasfabriek was gevestigd. Hier zaten de boeven van de stad ... Dat maakte toch wel even indruk op mijn persoontje als jochie van 10, 11 jaar.
Hoofdingang van het Huis van Bewaring in 1927 ...
(Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
In het hedendaagse Zwolle, kan men op de plek van de gasfabriek de auto kwijt in de parkeergarage op het Noordereiland. Ook kan men eten en overnachten in het in mei 2008 geopende Librije's Zusje van Jonnie en Thérèse Boer. Inderdaad, in het voormalige Huis van Bewaring.
In de 17e eeuw waren er in Overijssel al plannen voor het bouwen van een provinciaal tuchthuis. Een beslissing hierover duurde echter nog heel wat jaren. Mede door de grote rivaliteit tussen de steden Zwolle, Deventer en Kampen in die periode, kwam het niet van de grond. Uiteindelijk werd de knoop in 1738 door de Staten van Overijssel doorgehakt, het lot zou beslissen. Dit had tot gevolg dat Zwolle als winnaar uit de bus kwam en werd aangewezen als de stad waar het Provinciale Tuchthuis kon worden gebouwd.
Celdeur met luikje in de Sassenpoort te Zwolle ...
Het slot op de celdeur in de Sassenpoort ...
Dat het een groot tuchthuis zou worden was geen overbodige luxe. Zwolle had alleen in de Sassenpoort zijn gevangenenhok en Kampen had in de Hagenpoort enige opvang. Daarnaast was in enkele stadhuizen in de provincie nog de mogelijkheid gevangenen op te sluiten, maar véél ruimte was er niet.
Isaac van den Heuvel, provinciaal landmeter in Zutphen, ontwierp het tuchthuis. De aannemers waren Jan Hoonhorst voor het timmerwerk en Jan Peters voor het metselwerk. Meester beeldhouwer tot Deventer, Godfried Gerlach, stond garant voor de beeldengroep en het wapen van Overijssel, dat anno 2014 nog steeds boven de hoofdingang is te vinden.
De beeldengroep boven de hoofdingang.
Vrouwe Justitia geflankeerd door een mannelijke en vrouwelijke, geketende, gevangene.
In het midden het wapen van Overijssel ...
In het voorjaar van 1739 werd met de bouw begonnen en in augustus 1740 werd het tuchthuis opgeleverd. Oké, er waren nog enkele kleine aanpassingen te verrichten, maar dat was niet van dien aard, dat het gebouw niet opgeleverd zou kunnen worden.
Het gehele gebouw is rondom de binnenplaats ontworpen. Op de begane grond bevonden zich de gevangenenhokken. Deze hokken waren zo gebouwd, dat ze grensden aan de binnenplaats. De gedachte hierachter was het voorkomen van het uitbreken van de gevangenen. Alle ramen in het gebouw werden in die tijd voorzien van zwaar traliewerk.
Uitzicht op de binnenplaats door de zwaar betraliede vensters ...
In de loop der jaren hebben er een aantal verbouwingen van het gebouw plaatsgevonden. Oorzaak, er kwamen steeds meer gedetineerden en de inzichten met betrekking tot het "zitten" werden gewijzigd. Zo werd er bijvoorbeeld meer aandacht besteed aan de tijdsbesteding van de gevangenen, de medische en geestelijke verzorging, beweging, etc. Het was niet alleen meer de cel, die de meeste aandacht vroeg.
De door wildgroei geplaagde binnenplaats in het jaar 2004 ...
Waar wraak zo'n duizend jaar geleden de grondslag was van de straffen die werden opgelegd, waren de inkomsten van de stad de grondslag bij de straffen die in de Middeleeuwen aan de orde waren. Vaak werden in die tijd de straffen door de gedetineerden afgekocht en daar waren de stedelijk verantwoordelijke notabelen absoluut niet ongelukkig mee.
De werk- en tuchthuizen kwamen in de 17e eeuw in beeld. De hervorming van het strafstelsel in die tijd maakte, dat men werkstraffen als maatstaf van de strafoplegging aan ging houden.
De delinquenten, als landlopers, bedelaars en andere vagebonden moesten volgens de hoge, geleerde heren iets nuttigs doen voor de maatschappij en heropgevoed worden.
Open deur van het cachot met zicht op het interieur ...
De vrouwelijke gevangenen moesten achter het spinnewiel, vandaar ook de naam van het gebouw, het Spinhuis. De mannelijke gevangenen moesten hardhout raspen, dat gebruikt werd voor verf en inkt. Met de opbrengst van deze werkzaamheden werd het verblijf in het tuchthuis betaald. Het geld wat daarna over bleef kon men behouden.
In de periode dat Nederland ingelijfd werd door Frankrijk, ging de Franse Code Pénal binnen het strafwezen gelden. Dit hield in, dat een en ander werd ingedeeld in drie soorten vergrijpen t.w. misdaden, delicten en overtredingen. Hiervoor werd opsluiting als de meest voorkomende straf gehanteerd. De Code werd ook na de overheersing, wel in aangepaste vorm en passend binnen de Nederlandse normen en waarden op dit vlak, aangehouden.
Voorzijde met hoofdingang en aan de rechterzijde de directeurswoning in het jaar 1962 ...
(Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
De zijde van het Huis van Bewaring aan de Menno van Coehoornsingel in 2004.
Het met hekwerk overkapte deel was de luchtplaats voor de gedetineerden ...
Nadat in 1811 het Franse model m.b.t. het gevangeniswezen werd ingevoerd en de naam werd gewijzigd van Provinciaal Tuchthuis in Huis van Arrest en Tuchthuis, vond in het jaar 1821 een complete reorganisatie plaats. Er kwam een striktere scheiding tussen de langere gestraften en de overige gedetineerden en daarnaast konden ook militairen worden opgesloten in hetzelfde onderkomen. Het laatste was een nieuwe bepaling binnen de regelgeving. Mede hierdoor kregen alle provinciale hoofdsteden een Burgerlijk en Militair Huis van Verzekering.
Er zouden nog meer wijzigingen volgen. De eerstvolgende wijziging van het stelsel vond plaats in 1851. Door de aanvaarding van deze wijziging, moesten er een groot aantal nieuwe gevangenissen worden gebouwd en oude gevangenissen worden verbouwd. Een van de onderdelen van de wijziging was namelijk eenzame opsluiting van de gevangenen. Aangezien er geen gevangenissen met aparte cellen voorhanden waren, was bouw en verbouw de enige optie.
Gang met openstaande celdeuren in 2004 ...
In Zwolle duurde het nog even voordat men zover was. Het Zwolse Huis van Arrest en Bewaring bleek niet geschikt te zijn voor het cellulaire systeem. In 1862 kwam de hoofdinspecteur met het plan de directeurswoning uit het gebouw te verwijderen. Dit zou betekenen, dat er een vrouwenkwartier en zes cellen op de vrij gekomen ruimte konden worden gebouwd.
Door een fikse brand op 9 oktober 1863, waarbij de hele zolderverdieping en een gedeelte van het trappenhuis werden vernietigd, kwam dit plan echter in de ijskast terecht om tien jaar later, in 1873, alsnog te worden gerealiseerd. Bij deze verbouwing werden tevens op de begane grond en de verdieping 10 cellen extra gebouwd.
Nadat in 1877 drie aparte luchtplaatsen waren gebouwd, volgde in 1892 nogmaals een verbouwing waarbij in de zuidvleugel op de begane grond vijf nieuwe cellen ontstonden.
De luchtplaats, voorzien van basketbalbord, in 2004 ...
Het Huis van Arrest en Bewaring was in tussentijd aangewezen als Huis van Bewaring en als strafgevangenis. Het gebouw verkeerde in die tijd in een slechte staat. Muren gingen scheuren en de vloeren, kozijnen en ramen werden slechter en slechter. Ingrijpend is toen niets verricht. Wel werden bij de onderhoudsbeurten kleine verbeteringen aangebracht.
In de Tweede Wereldoorlog is de opvang in de gevangenis voornamelijk door de bezetter geregisseerd. Naast de gewone gevangenen werden er ook door de Duitse bezetter geïnterneerde landgenoten opgesloten. Een paar maanden voor de bevrijding van Zwolle werd het Huis van Bewaring door de Sicherheitspolizei gevorderd en een paar maanden na de bevrijding kreeg het gebouw een nieuwe versie delinquenten onder haar dak. Het kan verkeren! Nederlanders met verschijnselen van een niet vaderlandslievende houding werden als graag geziene "gast" ontvangen.
In het kader van een herstructurering van het gevangeniswezen werd op 15 september 1972 het Huis van Bewaring in Zwolle gesloten. Alle aanwezige gedetineerden werden overgebracht naar het Huis van Bewaring in Arnhem.
De sluiting was echter niet voor lang. Door een ernstig landelijk cellentekort is het gebouw in 1982 weer in gebruik genomen en heeft men in Zwolle nog een aantal jaren de opvang van gevangenen op zich kunnen nemen. Vanaf 1997 werd het voormalige provinciale tuchthuis aangewezen als opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers met een strafblad. Dit heeft enige tijd geduurd, waarna het gebouw in 2004 weer leeg kwam te staan. Uiteindelijk is het gebouw door de Rijksgebouwendienst aan de Gemeente Zwolle verkocht.
2008. Restauratie van het interieur in de benedenruimte t.b.v. de herbestemming ...
(Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Nadat de plannen van Jonnie en Thérèse Boer tot uitbreiding van hun vier-sterren-restaurant De Librije aan het Broerenkerkplein door bezwaren waren afgewezen, werden zij door diezelfde gemeente verrast. De gevangenis op loopafstand van De Librije was te koop. De vraag van de gemeente was of zij iets zagen in "Het Spinhuis", het oude monumentale provinciale tuchthuis van weleer. Dit was niet tegen dovemansoren gezegd. Hiermee zou een lang gekoesterde wens van Jonnie en Thérèse Boer, een eigen hotel, in vervulling gaan.
Sinds 2008 zijn in het voormalige provinciale tuchthuis, Librije's Hotel en Librije's Zusje van Jonnie & Thérèse Boer gevestigd ...
Op 2 maart 2006 werd de koop een feit en kon de verbouwing c.q. restauratie van het gebouw beginnen. Aangezien karakteristieken behouden moesten blijven gebeurde een en ander onder strikt toezicht van Monumentenzorg.
Het resultaat is een schitterend hotel-restaurant, onder de respectievelijke namen Librije's Hotel en Librije's Zusje, dat op 25 mei 2008 is geopend. Een uitzonderlijke aanwinst en uitbreiding van de hotelaccommodaties van de stad Zwolle. Het restaurant ontving al zeer snel, na een half jaar, haar eerste Michelinster en geniet sinds november 2011 van een tweede ster.
Zoals eerder vermeld, kijkt boven de hoofdingang Vrouwe Justitia nog steeds met volle tevredenheid de wijde wereld in. Zij heeft, samen met de aan haar beide zijden gezeten mannelijke en vrouwelijke gevangene, in de loop der jaren menig crimineel, onder haar door, naar binnen zien gaan. Hij/zij moest zijn straf uit zitten op water en brood.
Tijden veranderen! Sinds 2008 treden de gasten graag en met veel liefde het gebouw binnen, met een vette knipoog naar diezelfde Vrouwe Justitia. Zij komen genieten van iets meer dan water en brood, het hoofdgerecht van reebok tot Gieters lam en tamme boerenduif, afgerond met de Kus van Thérèse voor een welverdiende nachtrust. Het kan verkeren!
Bron:
- "Het Spinhuis in Zwolle", brochure uitgegeven door de gemeente Zwolle.
- Wikipedia
- Kennis- en Projectenbank Herbestemming
Voor meer foto's kunt u terecht onder de drie onderstaande items.
Huis van Bewaring De oude gevangenis |
Huis van Bewaring Beeldbank Rijksdienst |
Huis van Bewaring Librije's Hotel |