Naar Gebouwen en woningen
Alleen het binnenlopen van de oprijlaan van deze buitenplaats is al een genot. Ik heb het dan over het schitterende Landgoed Boschwijk, aan de rand van de stad. Sta je voor het toegangshek, een laat 18e-eeuws smeedijzeren hek, dat bestaat uit vier bakstenen pijlers, waartussen twee brede delen de hoofdentree vormen, krijg je het gevoel alsof je zo maar een van de oorspronkelijke bewoners uit de middeleeuwen tegen kunt komen.
Het smeedijzeren toegangshek van Landgoed Boschwijk ...
Naast de openslaande deuren van de hoofdentree, bevinden zich aan beide zijden nog twee kleinere smeedijzeren hekwerken, waarvan de een een permanente is en de tweede een kleinere toegangsdeur is voor de wandelaars van het vrij toegankelijke landgoed.
Zoals veel wordt gezien bij buitenplaatsen, dragen ook hier de pijlers een natuurstenen vaas in de stijl van Lodewijk XVI. Op de twee grootste pijlers is de tekst "BOSCH" en "WIJCK" in reliëf aangebracht.
Van oorsprong bevond zich op deze plek een laat-middeleeuws agrarisch complex, inclusief een hofstede, vallend onder het buurtschap Zalné (Zwollerkerspel). Dit complex, goed Ten Busch genaamd, dat leenroerig was aan de Proosdij der St. Lebuniuskerk in Deventer, werd in 1716 aangekocht door hopman (militaire rang in die tijd) Egbert Ridder van Cornelis van Dongen tot den Oldengaerden. Een jaar later werd het door Egbert uitgebreid met het Alphersgoed, eveneens gelegen in Zalné.
De goederen werden jaren later verdeeld onder de broers Berend Hendrik en Egbert Spaar. De eerstegenoemde kreeg het Alphersgoed en de tweede ontving Boschwijk.
Rhijnvis Feith (1753 - 1824) en het Familiewapen ...
(Bron: Adel in Nederland)
Boschwijk was ten tijde van deze verdeling nog geen buitenplaats. Dat werd het rond 1781, als een van de beroemdste Zwollenaren uit de geschiedenis, de dichter Rhijnvis Feith bij de verdeling van de erfenis van Egbert Spaar in beeld komt. Door deze erfenis kwam Rhijnvis Feith in het bezit van Boschwijk.
Rhijnvis Feith was in 1772 gehuwd met Ockje Groeneveld, samen kregen zij negen kinderen. Om zijn grote gezin te huisvesten, moest er nog wel wat gebeuren aan het eenvoudige huis. Hij pleegde dan ook een grote investering in het huis uit de 18e eeuw en liet het zo vergroten, dat er voldoende ruimte was voor de gehele familie. Na die periode van verbouwing door Feith, kon men spreken van een echte buitenplaats.
Door een overstroming in het jaar 1809 heeft het huis zware schade opgelopen. Naar aanleiding van een dijkdoorbraak, schreef Rhijnvis Feith op 6 mei 1809, dat de gehele buurt onder water was komen te staan. "zoo dat zelfs het water over de vier voeten in mijn huis stond, en ik nu druk bezig ben, met alles te repareren, zoo ver zich dit doen laat, waartoe ik zeker met geen duizend daalders toekom", aldus Feith.
Na het overlijden van de beroemde dichter in 1824, kwam het buiten, door loting, in handen van Dr. Everard Eisso Christoffel Feith, om na 1849, door het overlijden van Dr. Everard Feith weer in handen te komen van diens zoon, Ontko Rhijvis Feith. Diens dood had tot gevolg, dat de buitenplaats in bezit kwam van zijn neef en enige erfgenaam, Everard Oosting.
Achterzijde Huize Boschwijk in 2004 ...
Een heel verhaal, maar de bovengenoemde Everard Oosting is waarschijnlijk degene geweest die de twee wapenstenen aan de achterzijde van Huize Boschwijk, heeft geplaatst.
De steen met het steigerende paard is het familiewapen van de familie Oosting en de steen met de drie St. Jacobsschelpen is van de familie Feith.Beide stenen zijn bij de restauratie van het huis, in 2001, gerenoveerd en voorzien van de originele kleuren. Deze kleuren zijn aangemaakt op basis van gevonden verfresten.
Familiewapen van de familie Oosting ... | Familiewapen van de familie Feith ... |
In het jaar 1921 is Huize Boschwijk op de veiling terecht gekomen en zijn delen van het complex verkocht. Alleen het park bij het huis is gespaard gebleven.
Vanaf 1950 is Huize Boschwijk het onderkomen geweest van de burgemeesters van Zwollerkerspel C. Slager, tot 1963, en vanaf dat jaar tot 1966 van Mr. W.J.E. Crommelin. Ook hebben de gemeenteraadsleden nog een enkele jaren van de in het pand aanwezige raadszaal gebruik kunnen maken. Vanaf 1967 is de gemeente Zwollerkerspel opgeheven en is Zalné onder de gemeente Zwolle komen te vallen. Burgemeester Crommelin, de laatste burgemeester van Zwollerkerspel, heeft nog een aantal jaren als particulier in Huize Boschwijk gewoond.
Na het vertrek van burgemeester Crommelin, is het huis nog door enkele particulieren bewoond geweest. Vanaf 1997 is de familie Kiekebelt de trotse bewoners van het, o zo mooie, Landgoed Boschwijk.
De familie Kiekebelt heeft tot doel gehad het park van het landgoed, in de oude stijl terug te brengen. De stijl die Rhijnvis Feith in zijn tijd als bewoner, voor ogen heeft gehad. Tientallen bomen, die spontaan of vanwege de houtopbrengst geplant waren, zijn hiervan het slachtoffer geworden. Slachtoffer klinkt zwaar, maar om de stijl weer te benaderen was er geen andere mogelijkheid, dan kappen.
Nadat Copijn Boomspecialisten een second opinion had gepleegd, kreeg de familie een grote klus voor de kiezen, een oude beukenlaan moest gekapt worden. Door de verplichte aanplant van nieuwe beuken, kwam er tevens een mogelijkheid de oude situatie uit de tijd van Feith te kopiëren. Met de historische plantafstand van een halve Sallandse roede (2 meter en 25 centimeter) werd de nieuwe aanplant, letterlijk en figuurlijk een feit.
Herfstkleuren op Landgoed Boschwijk ...
Naast Huize Boschwijk kent Wijthmen, zo'n drie kilometer verderop, richting Heino, ook Landgoed Soeslo. Beide landgoederen, zijn onder de plicht tot restaureren en onderhouden, door de gemeente Zwolle, die eind 20e eeuw de laatste eigenaar was, aan particulieren verkocht. Zowel de gebouwen, alsook de parken, die er bij horen, zijn door de laatste bewoners, de familie Kiekebelt (Boschwijk) en de familie Hony (Soeslo) weer in oude luister hersteld.
Huize Boschwijk in december 2009 ...
Bron:
Buitenplaatsen in Nederland
Magazine Monumentendag 2012
HCO
Wikipedia